Boventonen: de perfecte manier om te werken aan je klank

Elke fluitist heeft te maken met boventonen. Soms gebruiken we de boventonen bewust en soms weten we niet eens dat we ze gebruiken. Maar wat zijn boventonen eigenlijk? Hoe herken je boventonen in een stuk en waarvoor kun je ze gebruiken in je fluitstudie? Daarover gaat deze blog.

De boventonenreeks

Als we fluit spelen klinkt niet alleen de toon die we bedoeld hebben om te spelen. Elke toon is namelijk opgebouwd uit een vaste reeks van verschillende tonen. Elke toon heeft een grondtoon en boventonen. Op de toon C is dat de volgende reeks:

De afstanden vanaf de grondtoon zijn altijd gelijk. De boventonen op andere grondtonen kun je nu makkelijk uitrekenen. Op de fluit is het mogelijk om de boventonen te spelen met de greep van de grondtoon. Boventonen klinken anders dan wanneer je dezelfde noot zou spelen met de ‘normale’ greep. Componisten maken al lange tijd gebruik van deze andere klankkleur. Zo schreef Albert Franz Doppler (1821-1883) het gebruik van boventonen al voor in zijn Fantaisie Pastorale Hongroise.

Hoe weet je dat je boventonen moet spelen?

Een boventoon herken je aan het rondje boven de noot. De grondtoon is aangegeven met een diamantvormige noot, de hoge noot laat je klinken. In dit voorbeeld gebruik je dus de greep van de C1 (diamantvormige noot) en laat je de G2 klinken.

Hoe speel je een boventoon?

Er zijn twee manieren om boventonen te spelen op de fluit:

  • Het vergroten van de luchtdruk/verhogen van de luchtsnelheid
  • Het gebruik van vocalen

Hoe hoger de boventoon is die je wilt spelen, hoe sneller de lucht moet zijn die je gebruikt. Je kunt dit bereiken door meer luchtdruk te geven. Je kunt ook vocalen gebruiken als uitgangspunt voor het spelen van de boventonen. Je kunt bijvoorbeeld ‘àh’ als in ‘afwas’ gebruiken voor de lage tonen en ‘ie’ als in ‘fiets’ voor de hogere tonen. Let goed op de positie van je tong. Welke vorm heeft deze bij ‘àh’ en welke vorm bij ‘ie’?

Waarom zou ik boventonen spelen?

Het studeren van boventonen is heel nuttig omdat deze oefeningen je ademsteun verbeteren. Als je speelt met een betere ademsteun dan verbetert bijna automatisch je klank. Daarnaast is het een goede oefening om je embouchure te versterken. En alsof dat nog niet genoeg is helpt het studeren van deze techniek je intonatie te verbeteren. Laten we met de volgende oefening de proef op de som nemen.

  1. Speel de Cis2 de normale greep,
  2. Speel nu de Cis2 als boventoon van de C1,
  3. Vergelijk deze twee noten met elkaar,
  4. Speel nu afwisselend de Cis2 met de gewone greep en als boventoon (liefst legato). Probeer de intonatie zo dicht mogelijk bij elkaar te krijgen.

Heb je interesse in nog meer nuttige oefeningen met boventonen? Kijk dan snel in het Flute Colors boek: www.flutecolors.com

Magazine

Probeer Flute Colors magazine!

Bladmuziek

Flute Colors heeft een enorme, unieke collectie bladmuziek met moderne speeltechnieken!