Moderne speeltechnieken zijn niet alleen voor de C-fluit, ze werken ook op piccolo, altfluit en basfluit. Sommige technieken zijn nog effectiever op andere fluiten, andere technieken werken niet zo goed. Laten we de technieken eens nader bekijken.
Harmonics werken op alle fluiten. Op piccolo, altfluit en bas zal het wat lastiger zijn om de hoge harmonics te spelen.
Ghost harmonics zijn erg handig op de fluit en piccolo om aan een ontspannen derde en vierde octaaf te werken.
Fluttertongue is gemakkelijk op alle fluiten, misschien een beetje vermoeiender op de lage fluiten.
Wind sounds kunnen ook op alle fluiten worden gespeeld en zijn vrij eenvoudig op alle fluiten.
Hoewel toonbuiging op alle fluiten werkt, is het spelen van toonbuiging op de piccolo mogelijk minder effectief dan op de lagere fluiten.
Key clicks werken ook op alle fluiten. Doordat de kleppen van de piccolo erg klein zijn, zal het effect minder indrukwekkend zijn op de piccolo.
Zingen en spelen kan probleemloos op alle fluiten.
Pizzicato en tongue stops zijn zeer effectief op altfluit en basfluit. Deze technieken werken alleen in het eerste octaaf en vooral op de lage tonen. Daarom werken ze goed op alt- en basfluiten.
Kwarttonen en microtonen werken op alle fluiten. Mogelijk moet je de vingerzetting iets veranderen.
Whistertones zijn niet alleen perfect voor het werken aan een ontspannen embouchure op de C-fluit, maar ook erg handig om te oefenen op de piccolo. Ze werken ook op de lage fluiten.
Niet alle mutiphonics-grepen van de C-fluit werken op de andere fluiten, vooral als de multiphonics bedoeld zijn voor een C-fluit met open kleppen. Controleer altijd de grepentabel.
Door de grote mondstukopening is circular breathing op de lage fluiten moeilijker. Op de piccolo is het gemakkelijker om circular breathing toe te passen.
Zoals je kunt zien, werken alle technieken op alle fluiten, met soms een klein verschil in effectiviteit. Mijn advies is om te experimenteren en plezier te hebben terwijl je dat doet!