Speel je echt vals?

In onze westerse cultuur hebben we zeven basisnoten: A-B-C-D-E-F-G. Het is mogelijk om de noot een halve toon hoger te maken door een kruis toe te voegen, of de noot een halve toon lager te maken door een mol toe te voegen. Dat maakt twaalf mogelijkheden om een octaaf (in klank) te verdelen. Als we een noot iets hoger of lager spelen dan één van de twaalf noten, noemen we dat ‘vals. Maar is dat waar?

Het is mogelijk om extra stappen te spelen en een halve toon in twee stappen te verdelen, zodat we een octaaf in vierentwintig stappen kunnen verdelen. Wij noemen dat kwarttonen. Het is mogelijk om een toon in nog meer stappen te verdelen, dat heet microtonen, maar dat is een onderwerp voor een andere keer.

Hoe ziet dat eruit in de muziek? Laten we eens kijken naar het volgende voorbeeld:

Dit voorbeeld begint met een F. De tweede noot is een F met een half-kruis. Het klinkt een kwarttoon hoger dan F. De derde noot is een Fis en de vijfde noot een F driekwart-kruis. Het klinkt een kwarttoon hoger dan Fis.

Dan beginnen we met G, gevolgd door een G half-mol. Deze klinkt een kwarttoon lager dan de G. De volgende noot is een Ges, gevolgd door een G-driekwart-mol. Deze klinkt een kwarttoon lager dan Ges.

Op de fluit kunnen we die kwarttonen spelen door een andere greep te gebruiken of door toonbuiging te gebruiken.

Je kunt dit voorbeeld proberen:

Naast het feit dat sommige componisten kwarttonen gebruiken in hun muziek (Fukushima – Mei bijvoorbeeld, maar ook Tilmann Dehnhard, Alex Ford en vele anderen) kan het oefenen van kwarttonen erg interessant zijn om aan de intonatie te werken, omdat je heel goed moet luisteren. Ook reageert de fluit anders op de alternatieve vingerzetting en dat is interessant om met klank te experimenteren.

In het Flute Colors-boek vind je een heel hoofdstuk over kwarttonen inclusief oefeningen en grepen.

Magazine

Probeer Flute Colors magazine!

Bladmuziek

Flute Colors heeft een enorme, unieke collectie bladmuziek met moderne speeltechnieken!