‘Hoe voelde het om deze passage zo te spelen’? Een vraag die ik vaak stel tijdens lessen en masterclasses. In het begin zijn de studenten in de war en weten ze niet wat ze moeten zeggen. Soms herhalen ze de vraag. Maar meestal is er na korte tijd een antwoord. Studenten die vaak bij mij lessen volgen, zijn meer gewend aan deze vraag.
De reden dat ik deze vraag vaak stel, is omdat vooral volwassenen vast kunnen zitten in hun spel. Veel muzikanten spelen met hun hoofd. En ik kan het ze niet kwalijk nemen. Vanaf het eerste moment dat ze les kregen, werd hun verteld wat goed en fout is, hoe ze fluit moesten spelen en hoe ze muziek moesten maken. We gaan over dingen nadenken en dat kan voor blokkades zorgen. Ik zeg niet dat we niet aan ons spel moeten denken. Ik denk juist dat dat erg nuttig is. Mijn probleem is dat we bij fluit spelen en musiceren vaak vergeten om denken en voelen te combineren.
We moeten twee dingen ontwikkelen: de fluitist en de musicus. De fluitist ontwikkelt vaardigheden om de fluit onder de knie te krijgen. Dit is het technische gedeelte. We leren de noten spelen, een mooi geluid maken, een crescendo te spelen, snelle passages enzovoort. De musicus interpreteert de muziek, creëert sfeer en gebruikt het vakmanschap van de fluitist om de noten op papier om te zetten in geluid.
Als je naar een uitvoering luistert, kun je meteen horen of de fluitist of de musicus op het podium staat. Soms wordt een stuk technisch perfect gespeeld, met zeer snelle, indrukwekkende passages, maar het kan nog steeds erg saai zijn en dan wordt het hart van speler en luisteraar niet geraakt.
Wat kunnen we doen? Kinderen hebben vaak een voordeel. Ze zijn waarschijnlijk minder geblokkeerd en kunnen hun fantasie gemakkelijker gebruiken. Wij als docenten moeten dat aanmoedigen en in die verbeeldingskracht participeren. Experimenteer met de fluit. Lach terwijl je tong stops of zingen en spelen uitprobeert. Creëer je eigen expressieve muzikale verhaal en gebruik de vaardigheden die ze al hebben. Vraag hoe ze zich voelen en hoe ze zich willen voelen bij het spelen van een oefening of stuk. Glimlach! Geniet van elke noot, voel elke noot.
Als men langer fluit speelt en zich alleen op de fluitist heeft gericht, kan de weg veel langer zijn. Maar aangezien we op reis zijn, moeten we genieten van de weg naar ons doel. Begin eenvoudig en vraag ‘Hoe voelde het om op deze manier te spelen’? En na een tijdje kun je vragen: ‘Hoe wil je je voelen bij het spelen van dit stuk of deze oefening’?
Moderne speeltechnieken kunnen helpen om je open te stellen. Werken met moderne speeltechnieken daagt leerlingen uit om uit hun comfortzone te komen en wanneer ze dat doen, gaat er een prachtige wereld van mogelijkheden open. Hoe denk je dat dat voelt?