Het leven is vol contrasten. We kunnen blij of verdrietig zijn, opgewonden of verveeld, wakker of slapend. We hebben zomer en winter, warm en koud, enzovoort. We kunnen het een niet volledig ervaren zonder het ander. Samen brengen ze de ervaring in evenwicht. Ook in de muziek is dit het geval. We hebben spanning in de muziek en momenten van rust. Ze zijn allebei erg belangrijk. In deze blog wil ik het graag hebben over rusten.
We weten allemaal dat een pauze in de muziek betekent dat we niet hoeven te spelen. Soms vergeten we hoe belangrijk rust kan zijn. Als we onze stukken alleen oefenen, slaan we vaak rusten over omdat we geen waardevolle speeltijd willen verliezen. Soms maken we een maat niet eens af, omdat deze eindigt met een rust. Het kan een goed idee zijn om op zijn minst de maat af te maken. Als je 20 maten rust hebt, ga je die maten uiteraard niet tellen. Maar als je de maat niet afmaakt, kan dit ons gevoel van puls verstoren.
Het belang van rusten wordt nog duidelijker in solostukken. Als we rust hebben in orkeststukken of stukken met piano, is het mogelijk en zeer waarschijnlijk dat de andere instrumenten het overnemen. In solostukken worden de rusten nog gelijkwaardiger partners. Ze zorgen voor een belangrijk contrast met de klank en rusten kunnen nog spannender zijn dan de noten in een stuk. Persoonlijk speel ik graag met stilte in een stuk. Door mezelf af te vragen ‘met wat voor stilte heb ik te maken?’. Stilte heeft het vermogen om veel spanning aan de muziek toe te voegen, meer nog dan geluid. Het is een heel sterk instrument. Twee dingen die ik erg behulpzaam vind bij het echt ‘spelen’ van rust zijn: niet bewegen tijdens de rust en de rust niet gebruiken om te ademen. Geniet van de stilte en adem pas helemaal aan het einde van de rust.
Een heel bekend voorbeeld van wat stilte met het publiek kan doen is het stuk ‘4:33’ van John Cage. In dit stuk hoeven spelers helemaal niet te spelen. Soms geeft de partituur aan wanneer de pagina’s moeten worden omgeslagen. Het stuk is verdeeld in drie delen:
– ‘0:33
– ‘2:40
– ‘1:20
Cage zei over dit stuk: “Ik heb niets te zeggen / en ik zeg het / en dat is poëzie / zoals ik het nodig had”
Zoals je je kunt voorstellen, reageerden de mensen duidelijk op het eerste optreden. Eerst was er stilte, daarna voelden mensen zich ongemakkelijk, daarna werden mensen boos en verlieten soms zelfs de zaal.
Dit stuk is een extreem voorbeeld van wat rust (stilte) kan doen. We moeten rusten niet als vanzelfsprekend beschouwen.
Zoals Shakespeare zei: “The rest, is silence.”